Fiets van de zaak of kilometervergoeding?
De regeling kan daarom vooral aantrekkelijk zijn voor werknemers met een geringe woon-werkafstand en/of mooiweerfietsers. Daarnaast hoeft de werknemer niet zelf een fiets te kopen en mag hij de fiets van de zaak fiscaal gezien onbeperkt privé gebruiken.
Voor langeafstandfietsers kan de regeling juist minder aantrekkelijk zijn.
Het volgende voorbeeld laat dit zien.
Voorbeeld: Een werknemer fietst 214 dagen per jaar naar zijn werk. Een enkele rit is 12 kilometer. In totaal fietst hij 5136 (24 kilometer per dag * 214 dagen) kilometer per jaar.
Zijn onbelaste reiskostenvergoeding bedraagt € 976 (5136 * € 0,19) per jaar. Indien hij kiest voor de fiets van de zaak, verliest hij het recht op deze reiskostenvergoeding. Van dat bedrag kan de werknemer bijvoorbeeld na twee jaar ook een leuke fiets kopen.
Werknemers met een fiets van de zaak houden het recht op een onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19, indien zij met een ander vervoersmiddel reizen en de fiets van de zaak op dat moment niet (kunnen) gebruiken. De fiets van de zaak mag dus naast bijvoorbeeld de auto van zaak worden gebruikt.
De werknemers moeten wel aannemelijk kunnen maken dat er geen gebruik is gemaakt van de fiets van de zaak als zij de zakelijke kilometers, ondanks de ter beschikking gestelde fiets, per auto of trein afleggen. De werkgever moet hier alert op zijn, omdat bij een geschil met de Belastingdienst de werkgever verantwoordelijk is.
Bron: Nextens